1.Schil de witte asperges of koop bij ons geschilde asperges.
Snijd van de bovenkant 5 centimeter af, rol die toppen in een vochtige doek
en leg ze in de koelkast.
2.Snijd de rest van de asperges in stukken van ongeveer 2 centimeter lang,
stoof ze in de boter, kruid ze met suiker en een beetje zout. Voeg de witte wijn en groentebouillon toe,
breng het geheel aan de kook en laat het op een lage temperatuur 30 minuten zachtjes koken,
tot de asperges heel zacht zijn. Giet de inhoud van de pan door een zeef of een katoenen doek
in een schaal en laat het vocht afkoelen. Zet het een nacht in de Koelkast.
3.Verwijder de vetlaag van de heldere bouillon. Breng de bouillon met het eiwit al roerend aan de kook en
verwijder het schuim. Laat de pan 1 minuut afgedekt staan op het uitgeschakelde vuur. Giet de bouillon
door een zeef of een katoenen doek.
4.Snijd de aspergetoppen in de lengte in tweeën of in vieren, breng ze met de consommé aan de kook en
laat het geheel op een lage temperatuur 10 minuten zachtjes koken.